We gaan vandaag naar de meest westelijk gelegen plaats van de reis. De hoofdstad van IJsland, Reykjavik, waar het grootste deel van de IJslanders woont. Maar eerst bezoeken we de plaats waar de IJslandse democratie is ontstaan, waar rond 1100 de stamhoofden samenkwamen, er recht werd gesproken en huwelijken werden gesloten. De plaats is een vallei die is ontstaan door het uiteendrijven van de de Euraziatische plaat en de Amerikaanse plaat. Dit gebeurt nog steeds met ongeveer 1 cm per jaar. Hierdoor ontstaat een kloof die enkele kilometers breed is en waarvan de bodem in de loop der tijd 40 meter is gezakt. In deze situatie ontstond een vallei die Thingsvellir is genaamd, waar een goede akoustiek bestond en voldoende water en voeding aanwezig was om de bezoekers van dit alles te voorzien. Op dit moment is de hoofdzetel van de regering de stad Reykjavik en is het verleden een toeristische trekpleister geworden. Het is een heerlijke plaats om te wandelen. Ook wordt er in de kloof waar heel helder water in staat gesnorkeld en gedoken. Het water is zo helder dat je elkaar op 150 meter afstand nog kunt zien.
Na een paar fijne uren hier te hebben doorgebracht gaan we verder richting de hoofdstad. Eerst rijden we langs het meer dat een gedeelte van de kloof vult naar het zuiden, dan buigt de weg af naar het westen en passeren we een aantal hoge bergruggen met leuke stijgingspercentages en dan zien we rookpluimen opstijgen. Normaal denk je aan een fabriek, maar hier is het de stoom die uit de grond komt en de IJslanders gebruiken die dan maar om er de hele stad Reykjavik mee te verwarmen. De pijpleiding ervoor loopt met ons mee langs de weg.
Na dagen over vrijwel verlaten of zeer rustige tweebaanswegen te hebben gereden komen we nu op meerbaanswegen terecht en is het duidelijk dat hier veel mensen wonen. Het is een uitgestrekte stad met 200.000 inwoners die zeer ruim wonen, waardoor het bebouwde oppervlak ook vrij groot is.
We bereiken de stadscamping en die is immens groot met honderden tentjes van backpackers, fietsers, groepen, hotelbussen, off-roadauto’s, bestelwagentje (waar in geslapen wordt), campers en… mensen jong en oud. We zitten vlak tegen een groot park waar een zwembad is gevestigd en ook het stadion waar de Nederlandse voetbalploeg zo’n ‘goede’ herinnering aan heeft.
De 40 meter hoge wand aan de Amerikaanse kant
De verlaagde vallei met het heldere water
Op deze plaats ontstaat nu de langzaam breder wordende scheur
Aan de overzijde de Euraziatische plaat
Het glasheldere water
Natuurlijk een kerkje in Thingvellir
Naast het kerk de zomerresidentie van de prime-minister
De duiklokatie
Bij onoverzichtelijk wegen, met afstand
Bij een onoverzichtelijke heuveltop
Een voorbeeld van een onoverzichtelijke top
Een ander veel voorkomend bord, want de bruggen zijn meestal enkelbaans
De stoom
De pijpleiding
Het glazen concertgebouw
De haven
De kerk met toren van 73 meter hoog. Bouwtijd 42 jaar, gereed in 1988
Het interieur
Nogmaals de toren
Het restaurantje met de heerlijke vis-lunch
Gezicht op de oceaan
Moderne appartementen
Uitzicht vanaf de Perla met een mooie wolkenlucht
De kleurrijke pandjes
Met de fiets eropuit. Reykjavik is gelegen op een grote landtong en heeft slechts lichte hellingen waardoor er goed kan worden gefietst. Als we evenwijdig aan de oceaan het oude centrum infietsen komen we vanzelf bij een groot glazen gebouw terecht wat aan het water ligt. Helemaal bekleed met glas in mooie facetten vormt dit gebouw als concertzaal en conferentieoord een opmerkelijke verschijning langs de haven. Deze haven is niet groot, er liggen wat vissersschepen, boten voor het walvis-kijken, pleziervaartuigen en (waarschijnlijk het enige) een schip van de kustwacht. Er zijn dus ook geen ferryboten te bekennen want die ene per week meert af aan de oostkant van het eiland, waarmee wij zijn aangekomen.
We lopen door een winkelstraat, dolen door de stad en bezoeken de Hallgrimskerk (de grootste kerk van IJsland). Opvallend zijn de zeer slanke lange kolommen, geinspireerd op de veel voorkomende basaltkolommen.
In een vissershaven kun je natuurlijk niet om een lunch heen met een heerlijk visgerecht en dat in een sfeervol restaurantje.
Het warme water dat naar de stad wordt gepompt wordt niet altijd volledig gebruikt. Het overtollige water tijdens bijvoorbeeld de zomerperiode wordt opgeslagen in grote tanks die op een heuvel zijn neergezet. Vlak bij de stad staat zo’n groepje van zes tanks alleen maar te staan. De Reykjavikkers hebben bedacht deze bruikbaar te maken en hebben er een grote glazen koepel opgezet en er een restaurant, cafetaria en enkele winkeltjes in ondergebracht. Op de tanks is een groot wandelterras gemaakt vanwaar je een prachtig uitzicht op de hele stad en het vliegveld hebt. Het geheel wordt Perla (de parel) genoemd.
Verder valt op dat er veel kleuren worden gebruikt in het stadsbeeld. Ook zijn veel oudere panden nog bekleed met golfplaten op wanden en dak.