Ger's Reisverslagen

IJsland 2016

Seydisfjordur - Hofn

Donderdag 7 juli 2016

Op donderdagmorgen zijn we dan eindelijk op IJsland in het plaatsje Seydisfjordur (de puntjes en speciale tekens heb ik maar weggelaten want dat geeft alleen maar problemen op de website). We rijden vlot door de douane en gaan een flinke bergrug over naar het eerste redelijke plaatsje waar we inkopen doen en een simkaart aankopen. Onderweg zien we de eerste watervallen en ijsmeren. Langs de kust gaan we daarna op weg naar Hofn (spreek uit Hud), het landschap is overweldigend. Het is geologisch het oudste deel van IJsland, ca 20 miljoen jaar toen het eerste stuk van IJsland boven water kwam. Deze wijsheid komt natuurlijk uit de boekjes want dat verzin je zelf niet. Het grootste gedeelte is basalt en flink aan het verweren. De gruishellingen zijn zeer steil en worden soms door stalen damwanden in bedwang gehouden om de weg te beschermen. We komen gaandeweg geregeld reisgenoten tegen tijdens de 280 km lange uitgestippelde route. We maken slingers landinwaarts om vervolgens aan de andere kant weer richting oceaan te gaan. Deze fjorden zijn tot 20 km diep landinwaarts. Het laatste stuk rijden we langs en door de spoelzandvlakten waar het oppervlak wordt gevormd door keien en rotsblokken. Een ware grindwoestijn zover het oog reikt. We zien regelmatig schapen die meestal in kleine groepjes bij elkaar blijven. Vaak niet meer dan drie stuks.


Wachten voor de douane


De eerste waterval


Terugblik op Seydisfjorden


Het eerste ijsmeer


Pause langs de kust


Strand en rotsen


Stilleven


Instappen in de grote 4-wheel-drive


Zicht op onze eerste gletsjer


De glacierhut


Helemaal ingepakt


Op de sneeuwscooter


We hebben echt zelf gereden


Pause met de groep


De terugweg


Kort langs de gletsjer


Laaghangende wolken


De weg over de vroegere gletsjertong, deze is nog net zichtbaar bovenaan de helling


En toen kwam de laaghangende bewolking als druppels naar beneden

Vrijdag 8 juli 2016

Deze dag staat in het teken van de grootste gletsjer van Europa de Vatnajokull. Afmetingen van noord naar zuid 90 km en van west neer oost 130 km, de dikte varieerend van 200 tot 1000 meter en gemiddeld 400 meter. De laatste jaren valt er 25 meter sneeuw per jaar maar er smelt aan ijs ca 50 meter. Hij wordt dus langzaamaan minder en dat is te zien bij de gletsjertongen die zich in de laatste decennia flink hebben teruggetrokken. Dan nu de huidige stand. We gaan met zijn allen op weg naar de Vatnajokull, Op een parkeerplaatsje bij een energiecentrale, die we na een rit van 44 km bereiken, worden we opgehaald door een drietal 4-wheel-drives die ons de bergen inbrengen naar het gletsjerstation. De weg gaat zeer steil omhoog met de ene bocht na de ander. Al snel zijn we een paar honderd meter gevorderd en zien we het meer waar de waterkrachtcentrale zijn voorraad vandaan haalt. We klimmen verder en gaan een brug over die er pas enkele jaren ligt omdat de gletsjertong die eerst het dal vulde zich heeft teruggetrokken en nu alleen een beekje vormt. Hoger en hoger we rijden dan langs een gletsjertong die Skalafellsjokull heet. Uiteindelijk bereiken we de hut op 1000 mtr hoogte en daar moeten we ons in pakken hijsen, helm op, laarzen en handschoenen aan. De sneeuwscooters staan klaar en na een uitgebreide instructie nemen we achter elkaar plaats op de buddyseat. De apparaten zijn geheel zonder versnellingen en als de motor gestart is druk je op de hendel en ga je achter de voorligger aan het spoor in. Het eerste stuk is redelijk vlak want dat is door een grote schuiver gladgestreken. Een soort weg over de gletsjer. Nadat we na 10 minuten deze ‘weg’ hebben verlaten gaan we door ongerepte sneeuw en blijken er vele hobbels en bobbels in de zo vlak lijkende sneeuw te zitten. De groep gaat ongeveer 20 km/uur maar als je een flink gat laat vallen kun je de snelheid opvoeren naar meer dan 40 km/uur. Na een half uurtje stoppen we voor de fotosessie en wat uitleg en na 20 minuten aanvaarden we de terugtocht.
Alles bij elkaar is het veel inspannender dan je in eerste instantie dacht. Het stuurt moeilijk ook omdat je vanzelf in het spoor van je voorgangers wordt geduwd, verder lijkt het alsof de scooter steeds naar links helt waardoor je steeds moet afzetten met je linkerbeen. Het corrigeren en naar rechts trekken is daardoor een continue bezigheid. Als we aankomen bij de hut gaat alles weer uit en staat ons een voortreffelijke koude lunch te wachten.
Tijdens de tocht is het prachtig droog geweest met temperaturen tegen het nulpunt. Als we echter met de grote auto’s weer naar beneden rijden begint het te regenen. Maar zoals steeds, het regenen is plaatselijk en als we op de camping zijn schijnt de zon weer.