De langste tocht van de reis gaan we maken naar de plaats Midelt gelegen op een hoogte van 1500 meter waarmee het een van de hoogst gelegen steden van Marokko is. We rijden ca 300 km waarvan de eerste 120 km door woestijn omstandigheden met oases en grote vlakten en ca 100 km door het uitgesleten dal van de Ziz. Vervolgens gaan we langzaan omhoog om ca. 30 km voor Midelt het hoogste punt van 1900 meter te bereiken waarna we in korte tijd slingerend naar de vlakte beneden ons gaan. Op dat moment zijn we de Hoge Atlas gepasseerd en zien we de noordkant van het gebergte met een grote massa sneeuw. Als de zon ondergaat neemt de temperatuur een duik en komt in de ochtend uit op 2 graden boven nul.
In de omgeving van Midelt zijn de bergen zeer rijk aan mineralen. In de vorige eeuw werden deze dan ook flink gewonnen totdat de manier van winnen, met menskracht, niet meer rendabel was en de mijnen in 1975 zijn gesloten. De overblijfselen van de mijnen en de fabrieken die de delfstoffen verwerkten zijn nog in redelijke staat, alleen is alles van waarde, zoals staal en ijzer er allang is uitgesloopt. Op het hoogtepunt van de mijnbouw werkten er 3000 mensen van allerlei nationaliteiten. De belangrijkste mineralen die werden gewonnen waren lood, zilver en bariet. Op dit moment wordt er door een klein aantal mensen nog allerlei mineralen gewonnen en zo een klein inkomen bij elkaar gescharreld. Tussen de bezoeken aan de mijnen hebben we nog geluncht bij een in de buurt wonende Berber-familie. De excursie werd uitgevoerd met overjarige mercedes-busjes die zwarte rook uitbraken als er gas moest worden gegeven om de berg op te komen.
De reis naar Fes is ca 200 km lang en begint met weer een stralende zon aan de hemel. De nacht was koud maar de zon verwarmt al snel de omgeving. Het eerste deel gaat door een woestijnlandschap op 1500 meter hoogte en na ca 50 km gaat de weg langzaam stijgen de Midden Atlas in, totdat we een hoogte bereiken van ruim 2200 meter. Geruime tijd blijven we op hoogtes boven de 2000 meter en dan begint een langzaam afdalen naar 1800 m tot we bij een cederbos aankomen waar apen in het wild leven. De wilde apen zijn bij de parkeerplaatsen zeer tam en pakken brood ed. gewoon uit je hand aan. Na de apen komen we aan in het plaatsje Ifrane waar de koning een wintersportpaleis heeft. De plaats doet zeer westers aan met chalets, mooie gebouwen en leuk opgezette parken. Alleen de wegen zijn zoals overal in Marokko wel aan verbetering toe.
Vandaag naar Fes, de oudste hoofdstad van Marokko. Allereerst langs het koninklijk paleis waar we alleen maar de zeven deuren mogen bewonderen omdat het paleis zelf niet toegankelijk is. Het is er heel druk en als je iets wilt fotograferen krijg je een stoet Aziaten erbij. Dan naar een uitzichtpunt vanwaar je de stad kunt overzien met zijn drie delen. Ondanks dat het een beetje nevelig is zien we de stad gedrapeerd tussen de heuvels liggen. De drie delen zijn niet echt goed te onderscheiden maar dat geloven we maar. Wel is er een zeer grote begraafplaats die oorspronkelijk buiten de muren lag maar langzaam is ingesloten door de groeiende stad met 2 miljoen inwoners. De oudste stad is de Medina met 350.000 inwoners waar het moderne verkeer niet in kan. De straten en steegjes zijn zo smal dat de ezel, het muildier, de handkar en de schouder alle benodigdheden moeten vervoeren. Tussen de koffie, de lunch en de terugkeer naar de camping bezoeken we diverse handwerkslieden en shops waar de producten natuurlijk te koop zijn. We zien het maken van aardewerk, de beschildering daarvan, de mozaiek-werkers, koperslagers, wevers van prachtige stoffen en de leerlooierij met de leerververij. En alles gebeurt met de oude methoden want in deze omgeving is geen moderne fabriek te bekennen.
Deze dag is er geen activiteit alleen de campers worden onderhanden genomen om de woestijnstof zoveel mogelijk te verwijderen.
De route naar Chechaouen gaat in het eerste stuk over B-wegen. De weg is redelijk breed en voert door prachtig groene heuvels. Later wordt de weg smaller en passeren we een dorpje waar natuurlijk een markt is. De hele hoofdstraat is vol mensen, auto’s, karren en ezels, bijna geen doorkomen aan maar met rustig wachten en steeds een stukje opschuiven kom je een heel eind. De rest van de tocht loopt prima over een N-weg en als we op aanraden van de reisbegeleiding de tweede afslag naar de camping nemen zien we Chechaouen liggen tegen de heuvels aan.
De avond is gereserveerd voor het afscheidsdiner en dat is voortreffelijk gelopen.
In de ochtend bezoeken we weer de stad Chechaouen en na de lunch richting Tanger Med waar we op het haventerrein overnachten om op tijd te zijn voor de boot van 8.00 uur de volgende morgen.
Langs de rivier de Ziz met zijn oase en de weg erlangs die omhoog loopt naar de vlakte
De zgn legionnairstunnel
Sterk uitvergroot, de zwarte randen zijn lood en het wit ertussen is bariet
De galerij, de ingangen naar de uitgegraven tunnels
De bovenlop van een van de langste rivieren de Moulouya die na 600 km uitnondt in de Middellandse zee
De overblijfselen van de verwerkingsfabriek van de delfstoffen
Bergzicht met in het midden in het landschap opgenomen de Berberwoning
De overblijfselen van het dorp van de mijnwerkers
Deze hoogte moest elke dag worden overwonnen, wel via een trap van ca 650 treden
Schildpadden in de rivier de Moulouya
De Hoge Atlas aan de noordzijde
Een aapje in het cederbos
Uitzicht op een gedeelte van Fes
Het beschilderen van het aardewerk
Mozaiek werk
De resultaten (je moet er wel van houden)
Wat zouden ze hier nu verkopen
Mooi koperslagerswerk
Muilezel in de medina
Druk in de steegjes
Steegje met eenrichtingsverkeer
De leerververij
Vellen geverfd met gele verf met als kleurstof safraan (de duurste verfstof)
Het stadje Chechaouen gedrappeerd tussen de heuvels
van bovenaf gezien
In het centrum van Chechaouen