Ger's Reisverslagen

Zaterdag 11 juni, examen zeevaardigheid 1994

Omstreeks 12 uur arriveerden onze medecursisten en examinatoren Ger de Bruijn en Klaas Hofman. Het weer was uitstekend, de stemming zat er goed in, net als de knopen die nog snel even uitgeprobeerd moesten worden. Nadat iedereen haar en zijn handeltje had ingeladen en aangetrokken volgde de briefing. Een gezellig weekeinde zou het worden, geen krampachtig gedoe, dus overboord die examenvrees. De cursisten waren aan Klaas en Ger bekend en zij verzekerden ons dat er geen echte stuntels bij waren... Onderweg zou ons nog worden gevraagd vaardigheden te demonstreren, maar alles op een ontspannen wijze. Voor we startten werd onze tocht bij de vuurtorenbemanning van Schier aangemeld, deze meldde dat de golfhoogte ca 1,70 m bedroeg en de weersvooruitzichten goed waren. Na een snelle blik over ons materieel kozen we het ruime sop. Mijn Baidarka die door de kampeer- en reservespullen lekker zwaar was, lag als een huis op het water en voelde alsof geen golf hem uit zijn humeur kon brengen. Allereerst voeren we richting Glinder, waar we als dat nodig was, zouden wachten tot de veerboot ons gepasseerd was. Daarna, en nog steeds gediciplineerd, voeren we noordwaarts op zoek naar een geschikte branding om onze brandingkunsten te tonen. Ondertussen kwamen we voorbij de Kuipersplaat waar schuimkoppen en clapotis waren te zien. Eigenlijk wist ik niet goed of ik spijt moest hebben dat we daar niet heen gingen (optimist?) of dat ik juist blij moest zijn. Een voor ons mooi stukje branding vonden we ten zuidwesten van het strandhotel. De golven stonden bijna haaks op de kustlijn, waren meer dan hoog genoeg voor de eisen voor zeevaardigheid en kwamen niet dicht op elkaar. Ger ging voor ons uit naar het strand om daar met een verrekijker te kijken wie wanneer en hoe om zou slaan. Vervolgens gingen we een voor een Ger achterna, circa 800 meter tot aan het strand. Mijn Baidarka had er reuze zin in, maar steeds bedacht ik dat surfen misschien niet als een gecontroleerde landing gezien zou worden, dus achterover en een slag achteruit maar weer. Het allerlaatste stukje naar het strand moest door het snel dalende water op z'n zeehondjes worden afgelegd en daarna kon ik het strand op. Op de kant hield Ger met z'n kijker iedereen in de gaten en telde regelmatig of er niemand vermist werd. Toen iedereen weer nat of droog op de kant was konden we een uur gaan eten/lopen/luieren.

Sien, Janine en ik wandelden over de drooggevallen plaat waar we allerlei strukturen in het zand en aangespoelde rommel konden bewonderen. Hebben we wellicht allemaal wel iets van een strandjutter in ons bloed?

Na de hap en de stap zetten we koers richting Engelsmanplaat, waar we zouden overnachten. Een klein uurtje later bereikten we het strand.

Omdat Engelsmanplaat kan onderlopen en het bovendien een dag na springtij was zochten we zorgvuldig naar het hoogste punt. Op die plaats zetten we onze tentjes op en werd conversatie door de alom aangestoken benzinebranders bijna onmogelijk. Na de Struikganoff volgde een typisch Hollandse activiteit: je weet maar nooit wat de wind met het water gaat doen en als het hoogte punt dan toch niet hoog genoeg blijkt te zijn... dus werd Engelsmandijk (0.6m boven HHWS) aangelegd. Dat een peddel dit soort werk wel eens niet leuk zou kunnen vinden bleek al snel: Krak. Koop dus nooit een Ainsworth(less) peddel als je op een zandplaat wilt gaan overnachten. Toen de slotgracht was gegraven om ons fort (hoe dichter de tentjes op elkaar staan hoe sneller je klaar bent) volgde de het alom gevreesde moment: THEORIE-EXAMEN. Met logarithmentafels, sinustabellen getijtabellen, inclinatie, deviatie en wat dies meer zij werd van ons verwacht te bepalen of wij vannacht zouden worden weggewassen door de zee. "Nee" en met dat laatste antwoord onvingen wij het zo fel begeerde Zeevaardigheidsbewijs.

Na nog wat sterke verhalen bij de pyrotechnishe hoogstand van Klaas kropen wij moe en voldaan de slaapzak in......Diepe slaap...geluid...herrie...schudden aan ons tentje...Als een zombie werd ik wakker, stikdonker was het, maar wat een rare herrie? Wat spoken ze daar uit?? Laat me slapen verdorie! Langzaam drong het besef tot me door dat daar iets aan de hand was... Snel een trui aangetrokken en naar buiten. Wat ik daar zag was werkelijk de moeite waard! Engelsmanplaat was nog maar een Engelsman Zandbakje en dat waarschijnlijk ook niet lang meer!!! De wind was gaan toenemen en kwam nu uit het noordwesten, zodat de golven die nu op onze postzegel braken binnen de kortste keren onze "zeewering" zouden wegvagen en wij letterlijk in zee zouden bivakkeren! Iemand kwam op het idee dat het nu hoog water was en als we maar iets aan die golven konden doen, we onze voeten droog zouden houden, het water zou dit uur al moeten gaan zakken. Tjee wat nu??? Het beste idee leek onze kayaks helemaal met zand te vullen en ze als een soort golfbrekers voor de dijk te leggen. Zo gezegd zo gedaan. Wat een ongelofelijke modderzooi werd onze uitrusting, er was geen tijd om de compartimenten leeg te maken, afgezien dat je de rommel dan waarschijnlijk helemaal niet meer zou terugvinden. De wind zwol al aan tot een huilende storm en menigeen vreesde voor zijn tent... Na ruim een half uur begon het water wat te zakken en het zou een spannend avontuur zijn als het echt waar was. De volgende ochtend werden we om zes uur opgeschrikt door een helicopter. Heel vriendelijk voerde deze tijdens onze slaap een stormtest uit van onze tentjes. Dertig meter erboven stil blijven hangen gaf geen enkel probleem en dat is meer dan je van onze nachtrust en trommelvliezen kon zeggen. Lekker laat begonnen we de volgende dag met de terugtocht naar Lauwersoog. Er was ook nog even tijd om in het woelige water bij Kuipersplaat te spelen. Wel hoorden we onderweg steeds gespreksflarden als "... op tijd voor Meino..." en "... als Meino maar..." en "... de bloemen van Meino...". We werden steeds nieuwsgieriger wat voor een ceremonie protocolaire ons bij de beschermvrouwe van het zeekayakvaren te wachten zou staan... De ontvangst bleek allerminst voor onze fantasieen onder te doen. Strategisch gezeten op de dijk bij Lauwersoog ontving zij ons met de woorden "Eindelijk gerechtigheid", waarop wij een welgemeend "Driemaal is scheepsrecht (Vlieland, Texel, Lauwersoog)" konden antwoorden. Terug bij onze auto's hesen we ons in het droog en lieten ons bij het tentje in de haven de drank en toespraak welgevallen. Met een voldaan gevoel reden we huiswaarts.

Mart Driessen

Janine Waaijer